Vroege diensten zijn echt niet mijn hobby, ik ben echt een avondmens en slaap doorgaans pas na middernacht. Als de wekker dan om 4 uur weer gaat, is dat wel even pittig. Natuurlijk probeer je dan wel op tijd te gaan slapen, maar of dat lukt is altijd afwachten.
Tijdens deze reeks gaat het goed. Zo’n vijf uur slaap per nacht is acceptabel voor mij tijdens vroege diensten. Toch heb ik altijd een bekertje ijskoffie of blikje Red Bull in mijn tas tijdens vroege diensten. Die laatste neem ik alleen als ik écht écht moe begin te worden tijdens een dienst. Scherp blijven is toch het belangrijkste tijdens ons werk.
Vandaag heb ik een lange, maar mooie dienst. Gewapend met de nodige bakken koffie mag ik vandaag naar Utrecht, Zwolle, Arnhem, weer naar Utrecht en dan terug naar Venlo. Het stukje van Arnhem naar Utrecht heb ik nog nooit zelfstandig gereden, dus van te voren kijk ik even naar welke aandachtspunten en snelheden dit traject heeft. Een eerste keer op een nieuw traject neemt toch wel gezonde spanning met zich mee maar het gaat vandaag allemaal soepel. Het is koud buiten, maar het zonnetje is aanwezig en maakt het rijden erg aangenaam.
Als ik op de terugweg ben richting Venlo, wordt er tijdens de stop in Den Bosch ineens op mijn cabinedeur geklopt. Een man in een Prorail hesje staat op het perron. Hij stelt zich aan mij voor als treindienstleider in opleiding. Treindienstleiders zijn vanuit Prorail verantwoordelijk voor het bedienen van seinen en wissels. Een deel van dit proces is geautomatiseerd maar er zijn altijd mensen nodig die het proces monitoren, bijsturen indien nodig en handelen bij calamiteiten. Vandaag mag deze meneer meekijken met de machinisten die in zijn werkgebied rijden. Nadat ik me ervan verzekerd heb dat hij echt is wie hij zegt dat hij is en dat hij vanuit NS en Prorail toestemming heeft om mee te gaan in de cabine (dat mag namelijk niet zomaar), nodig ik hem uit om plaats te nemen in de bijrijdersstoel.
Het wordt een interessante rit terug naar huis. De treindienstleider vertelt mij wat over het werk op ‘de Post’ (zo noemen we de werkplek van de treindienstleider) en ik vertel hem over hoe het seinenstelsel ons stuurt als machinist en hoe de ATB (automatische treinbeïnvloeding) de signalen van de seinen vertaalt naar onze cabine.
Natuurlijk wisselen we ook wat uit over onszelf en de manier waarop we bij het spoor gekomen zijn. Zo kom ik erachter dat deze meneer piloot geweest is. Als kind was dat mijn droombaan! Hij vertelt me over hoe de praktische kant van dat beroep eruit ziet. En hoewel het fantastisch klinkt om zoveel van de wereld te kunnen zien, ben ik toch wel blij dat ik voor een baan gegaan ben die wat dichter bij huis blijft. Ik zie nu misschien niet de hele wereld maar ik heb wel het mooist uitzicht van Nederland én lig aan het einde van de dag altijd weer fijn in mijn eigen bedje.
In Venlo nemen we weer afscheid en vreemd genoeg stellen we ons dan pas aan elkaar voor. We zullen elkaar nog vaker spreken, als treindienstleider en machinist. Het kan zomaar nog even duren voor dat moment aanbreekt maar ik vind het leuk te weten welk gezicht er dan bij de stem hoort. Onze werkplekken zijn zo versmolten met elkaar en toch zo anders. Mooi te zien dat het vandaag voor ons even samenkwam.